Achter mij praten vrouwelijke journalisten over gebrek aan diversiteit binnen de journalistiek. “Waarschijnlijk zullen mijn kleinkinderen pas geaccepteerd en gezien worden als autochtoon.” Op een gegeven moment wordt het licht in de zaal gedimd. Een video begint op het grote scherm af te spelen. Er komen tweets in beeld, welke hardop worden voorgelezen door verschillende voice-over stemmen: “Ik maak je kapot kk hoer!” De inhoud is direct, to the point en komt binnen. De zaal wordt langzaam stil. De aandacht is getrokken. Het publiek is verontwaardigd.
Amsterdam, donderdag 1 december – Ik ben vandaag bij de presentatie van PersVeilig over de resultaten van het onderzoek naar de veiligheid van vrouwelijke journalisten, dat door I&O Research werd uitgevoerd. Het is de eerste keer dat er onderzoek wordt gedaan naar intimidatie, agressie en bedreiging onder vrouwelijke journalisten.
Rowan Blijd (bestuurslid NVJ en programmamaker) en Corine de Vries (hoofdredacteur Regionale Dagbladen Mediahuis Nederland) presenteren de uitkomsten van het onderzoek. De presentatie begint.
“Er deden 292 respondenten mee uit verschillende media en uiteenlopende functies. Onder de 292 respondenten zijn er 8 verdiepende interviews geweest met journalisten om een beter beeld te krijgen bij de ervaringen, gevoelens en behoeften van vrouwelijke journalisten met betrekking tot intimidatie, agressie of bedreiging.”
Er wordt wat gestruggled met de draadloze presenter. “Kunnen we naar de volgende slide… nee… oh ja… toch wel!” Het publiek is geduldig en wacht op wat komen gaat. De eerste cijfers komen in beeld.
“Acht op de tien vrouwelijke journalisten in Nederland geven aan dat ze tijdens het werk wel eens te maken hebben gehad met intimidatie, bedreiging of agressie. De helft geeft aan dat dit in de afgelopen 5 jaar (sterk) is toegenomen.
Van de verschillende vormen van intimidatie waar vrouwelijke journalisten te maken mee kunnen
krijgen, komt online verbale agressie het meest voor. Ruim de helft (54%) zegt hier mee te maken hebben gehad. Vier op de tien had te maken met offline verbale agressie. Drie op de tien (27%) met online bedreiging en 17% met offline bedreiging. Vormen waar vrouwelijke journalisten online het meest mee te maken krijgen zijn kleineren en discriminerende opmerkingen.”
Het publiek is stil. Hier en daar spot ik wat verontwaardigde blikken. Er wordt gekeken naar het sociale media platform waar het meest recente incident van intimidatie, agressie en bedreiging op wordt geuit:Twitter. Rowan vraagt aan het publiek wie er gebruik maakt van dit platform en er steken behoorlijk wat mensen hun hand op. Ook zie ik mensen hard en passief nee schudden. “Ik moet er niet meer aan denken!” hoor ik iemand in het publiek zeggen.

Dan volgt een videoboodschap van Dilan Yeşilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid. Ze vat de effecten van intimidatie, agressie en bedreiging samen. “Nee, het gaat hier niet om journalisten in oorlogsgebieden.” Ze richt tot zowel tegen de journalisten als de dreigers en de ‘achterkant’ (politie en hulpdiensten). “Vrije journalistiek is van levensbelang.” Ze bedankt PersVeilig voor het onderzoek en zegt samen met vele achter ‘jullie’ (de journalisten) te staan.

Het verhaal van een columnist
Tara Lewis (freelance journalist en columnist) wordt uitgenodigd op het podium. Amber Brantsen (journalist en presentator) gaat met haar in gesprek over de naar haar (veelal online) geuite bedreigingen n.a.v. haar column over agressie tegen de Roze Kameraden van Feyenoord in het NRC.
Tara verteld hoe ze zich, naar eigen zeggen, erg ‘laconiek’ voelde tegenover alle bedreigingen welke binnendruppelde wanneer een ‘hooligan’ hoogte kreeg van haar column. “De column stond gepubliceerd in het NRC en die lezen hooligans niet” zegt ze cynisch. Het publiek moet lachen.
Wat Tara onderscheid van vele anderen, is dat zij juist reageerde op de haat en bedreigingen. Ze maakte zich niet druk, terwijl haar (werk)omgeving dit wel deed. Anonieme trollen kregen hoogte van haar persoonlijke gegevens zoals telefoonnummer en adres en dreigden zelfs naar haar huis te komen om een ruit in te gooien. Ze maakte een foto van de Feyenoord vlag welke zij aan haar voorgevel had opgehangen en schreef als reactie: “Wel goed mikken, want mijn buurvrouw heeft net nieuwe ramen.”
Iedereen moet lachen. “Ik weet niet of ik dom of dapper was, waarschijnlijk iets tussenin.”
De politie adviseerde haar die nacht niet thuis te slapen. Ze weigerde hier gehoor aan te geven. Wat haar wel dwars zat was het feit dat haar zoontje van 1 jaar lag te slapen.
Amber Brantsen vraagt Tara of zij haar werkgever had gevraagd om hulp of steun. Tara antwoord hierop te hebben gevraagd aan NRC om te publiceren dat zij achter haar staan. De reactie vanuit NRC hierop was dat zij in principe achter elke columnist staan en het column al een week geleden was gepubliceerd, “dus dat zou gek zijn”. Er wordt geen gehoor gegeven aan haar wens.
“Ben je voorzichtiger geworden?” vraagt Amber. “Nee, niet echt nee. Niet aan gedacht.” Wel zegt ze wat activistischer te zijn geworden. Het publiek zit duidelijk met ‘mixed feelings’, want ze brengt het op een humoristische wijze, maar hetgeen is gebeurd is schokkend.
Reacties uit publiek
Amber Brantsen vraagt voorzichtig aan het publiek of er vrouwelijke journalisten zijn die zich durven uit te spreken omtrent dit onderwerp. Er klinkt een zachte stem van achter het publiek “ik wil wel iets delen”. De microfoon komt haar kant op en ze begint, behoorlijk emotioneel, met praten. Ze vertelt dat zij twee weken geleden uit het bestuur van een voetbalvereniging is gestapt. Ze heeft daar “altijd met het type oude witte man van middelbare leeftijd” gewerkt. “We maken het groter dan het is en moeten meer gehoor geven aan het perspectief van deze ‘boze witte man’.” Er heerst een erg ongemakkelijke sfeer onder het publiek en ik hoor van alle kanten journalisten hier tegenin gaan.
Dit commentaar heeft iets in velen aangewakkerd. Een journalist van een 112persfotografie reageert. Er werden persfoto’s gepubliceerd van een plaats delict. De persoon welke hierop herkenbaar in beeld was, had een klacht in gediend en gevraagd of zij de foto wilde verwijderen. “Dan moet je maar niet op een plaats delict staan.” Zij wezen het verzoek af. Vervolgens werd zij meerdere keren anoniem gebeld. Bedreigingen volgden en geheel tegen haar principes in verwijderde zij de foto’s. “Politie vond dat onderzoek nodig was, maar je wilt het niet groter maken dan het is.” Toch was er een wijkagente die haar dringend verzocht een melding te maken. “Dit moet je niet laten gebeuren.” Aldus de agent. “Je wilt het soms inderdaad niet groter maken dan het is, maar soms is dat wel écht nodig.”
Er volgen verschillende reacties van vrouwelijke journalisten uit het publiek. Er hangt een emotionele sfeer. Er zijn zelfs vrouwen die dachten nooit met enige vorm van intimidatie, bedreiging of agressie te maken hebben gehad, maar na het horen van deze presentatie geschokt zijn en zich lijken te realiseren wel degelijk in zo’n soort situatie te hebben gezeten. “We maken het juist te klein.” , “Als vrouw denk je soms dat het erbij hoort.”, “Wij kunnen en mogen onze emoties niet tonen. Kwetsbaarheid wordt vaak als zwakte gezien.”. Er klinkt een groot applaus, bij ieder gedeeld verhaal of reactie. Je voelt de steun, het publiek wordt even één. Door een gevoel van saamhorigheid verbonden.
Best practices
“Ik moet even schakelen” zegt Wilma Haan, adjunct-hoofdredacteur bij NOS Nieuws. We gaan van persoonlijke ervaringen naar een ander topic. Onlangs heeft de NOS haar nieuwe correspondent, voor NOS Nieuws en Nieuwsuur, in Israël en de Palestijnse gebieden aangekondigd. ‘Ondanks de vele positieve reacties kwam er veel shit op Twitter en Facebook’. Wilma geeft aan dat zij bij NOS wel degelijk nadenken of zij hier op moeten reageren of niet. Er wordt een hoop afgewogen op zo’n moment. “Geef je iets nog meer lucht? Maak je het niet erger dan het is? Heeft het effect op de collega in kwestie?” Dit zorgt ervoor dat zij niet direct op de ’tweet knop’ drukken. “Correspondenten worden van te voren goed voorbereid d.m.v. bijvoorbeeld een training hoe om te gaan in mensenmassa’s of conflictsituaties.” In Nederland is de NOS genoodzaakt om bij demonstraties beveiliging mee te laten gaan.
“Maak melding voor dossier opbouw”
Peter ter Velde (projectleider PersVeilig) nodigt Henk van Dijk, een woordvoerder van de Politie, uit op het podium. “Bent u verrast?” vraagt Peter. “Nee.” antwoord Henk stellig. Hij bevestigd dat er, naar eigen ervaring, nog veel werk te doen is. Journalisten lopen dagelijks gevaar. “We moeten vooral bewust zijn”, geeft hij aan. “Maak melding voor dossier opbouw” geeft hij nadrukkelijk meerdere keren aan. Terwijl hij aangeeft dat de overheid en politie zich actief moeten uitspreken, wordt hij emotioneel. Het gaat hem aan, omdat hij vind dat journalisten een belangrijke beschermende rol hebben voor de maatschappij.
Conclusie
De cijfers en verhalen zijn schokkend. Vrouwelijke journalisten lijken zich niet kwetsbaar te kunnen opstellen in de huidige werksfeer, de maatschappij lijkt verhard. Er is veel werk doen, maar erg belangrijk is dat we samen sterk staan. Er is beweging, maar we zijn er nog niet.